Mei 2024 37e jaargang-nr.5 Tsjerkeblêd foar de tsjerklike gemeenten Burdaard - Wânswert - Jislum

 

Meditatie

“Volhouden als het erop aankomt……”
Met deze korte zin kan in zekere zin samengevat worden waartoe we worden opgeroepen in de woorden uit 2 Petrus 1 : 6 en 7. In de Bijbel in Gewone Taal staat het er zo; “Je begrijpt meer van het geloof als je geduldig bent. Je wordt geduldig als je volhoudt in moeilijkheden. Je kunt volhouden in moeilijkheden als je God eert. Je eert God als je van elkaar houdt als broers en zussen. En je kunt pas van elkaar houden als je van alle mensen houdt.” Wanneer de woorden van die laatste zin met ons meegaan als kerkelijke gemeenschap dan zitten we op het goede spoor. En die woorden ‘alle mensen’ wijzen erop dat we nooit exclusief kunnen omgaan met het begrip naastenliefde. Naastenliefde laat zich niet beperken tot de eigen vertrouwde groep alleen, maar moet tot uiting komen naar ieder mens toe op ons levenspad. Er mogen geen mensen uitgesloten worden.  In de Groningse bijbel staat het helder en kort zo:
“Zörg veur elkenain”.
Naastenliefde moet inclusief zijn, ook wanneer het niet gemakkelijk is. In de kerkgeschiedenis komen we indrukwekkende voorbeelden tegen van mensen die, geinspireerd door hun geloof , er wilden zijn voor anderen. Ik wil een paar voorbeelden noemen. Franciscus van Assisi liet ruim 800 jaar geleden zien wat inzet voor de medemens betekent. In gevende liefde naar de ander toe gestalte geven aan de opdracht tot inzet voor de medemens. In een tekst die aan Franciscus wordt toegeschreven staat het er zo : “Heer maak mij tot instrument van uw vrede”. In de praktijk van het dagelijkse leven werken aan vrede,  aan goede verhoudingen onderling en concreet er willen zijn voor de ander, daar komt het op aan. In een bijbelcommentaar zei iemand het eens zo: “Een verlost hart is een dienend hart”.
Er dienend willen zijn, dan moet ik ook denken aan twee voorbeelden uit de recente kerkgeschiedenis, majoor Bosshardt van het Leger des Heils en pater Frans van der Lugt. Majoor Bosshardt, overleden in 2007, probeerde er in alle opzichten te zijn voor mensen aangewezen op hulp en ondersteuning. Mensen aan de zelfkant in Amsterdam en elders in Nederland liep zij niet voorbij en zo liet zij zien wat het christen- zijn voor haar betekende in de praktijk van het dagelijkse leven. En pater Frans van der Lugt zette zich in Syrië totaal in voor alle mensen in uiterst moeilijke omstandigheden. Voor gehandicapten in Syrië bleef hij zich inzetten onge-acht hun religieuze achtergrond en hij bleef op zijn post in Homs, ook toen de situatie daar steeds dreigender werd .Uiteindelijk kostte die inzet hem zijn leven in april 2014.
En van het er zijn voor anderen getuigen ook de levensgeschiedenissen van mensen die de moed hadden om in verzet te komen in ’40 – ’45. Begin mei is de tijd van gedenken en in die periode zal daar weer in het bijzonder bij stil gestaan worden. Mensen vanuit verschillende achtergronden, kerkelijk en niet-kerkelijk, hebben toen de moed gehad om niet weg te kijken maar om op te komen voor anderen. Wanneer je daarover hoort en leest kun je vaak alleen maar stil worden en met groot respect overdenken wat de inzet van hen is geweest. Velen hebben voor hun verzetshouding en overtuiging ook de hoogste prijs betaald en in dit verband wil ik de naam noemen van de jonge verzetsman en student Jaap Sickenga die zes dagen voor zijn executie door de bezetter de volgende woorden schreef:
 “Ons bedreigt                                                                                                                                        
 ‘n andere dood 
 dan ‘t lood. ‘                                                                                                                                               

 Onver-schilligheid
 
die daaraan lijdt,
 sterft voor zijn tijd”.


Jaap Sickenga kreeg op 11 mei 1942 in Sachsenhausen het lood, de kogel, en stierf op 23-jarige leeftijd. Zijn woorden las ik voor het eerst toen wij als leerlingen in Dokkum in 1965 rond de herdenking van twintig jaar bevrijding het boek kregen met de titel: “Het laatste bolwerk is het hart”. En nog altijd denk ik wat zijn deze woorden, juist in hun kortheid, veelzeggend en wat doen ze, ook anno 2024,  een beroep op onze totale samenleving. Ja mogen deze woorden ons steeds weer aan het denken zetten over het verantwoordelijk zijn voor elkaar in deze wereld en laten wij ze meenemen wanneer wij in deze tijd gedenken.
Teun R.A. Simonides


 

Fan de redaksjetafel

Neffens it tsjerklik jier is dizze moanne de lêste weryn wat te fieren wie omreden Pinksteren it lêste wie foar dit jier. Yn dit nûmer fan Tsjerkeblêd wurdt yn beide gemeenten nei de takomst sjoen en arbeide. By B. W. J. wurdt nochal wat frege om yn aksje te kommen. Se geane  dêr in wurksume tiid temjitte Fierders in moai Maaie-nûmer.


 

Gebedsgroep

De gebedsgroep komt op vrijdag 31 mei a.s. bij elkaar. Omdat Burdaard deze avond het regionale gebedsuur verzorgt, komen we in gebouw Op ‘e hichte samen. 
We beginnen om 20.00 uur. Een ieder is van harte welkom.

 

 





 

Minsken fan ‘e wei,
nieuwsbrief van de classis, jaargang 2024 - Nummer 3

‘Toen Hij de mensenmenigte zag, voelde Hij medelijden met hen, omdat ze uitgeput en hulpeloos waren, als schapen zonder herder.’
                                               (Matteüs 9:36, NBV21)
 

Schapen zonder  herder

Jet ziet het plaatje zomaar voor je: de schapen die dwalen over de heide, terwijl er in de verste verte geen herder of herdershond te bekennen is. In deze tijd is dat niet meer verantwoord: de wolf is geen vreemde meer in ons land! En wie zal hem verjagen als er geen herder is? Deze beeldspraak doet het nog altijd goed om de verhouding tussen de gemeente en haar voorganger te beschrijven. En nu er gebrek aan voorgangers is, is het ook niet meer dan logisch dat de vierde zondag van Pasen (dit jaar op 21 april) is uitgekozen als roepingenzondag. Op deze zondag wordt traditioneel in veel kerken van de Goede Herder uit Johannes 10 gelezen. En welke herder zou zich nu niet graag aan deze Herder willen spiegelen?
 

Herder ben je niet zomaar

Zelf vind ik dat beeld van de Goede Herder best wel hoog gegrepen. Liever had ik daarom de eerste zondag van de Veertig dagen gekozen. Op deze zondag staat de woestijnervaring centraal. Als Jezus veertig dagen en veertig nachten in de wildernis heeft doorgebracht, komt de verzoeker bij Hem langs. En ook Johannes de Doper gaat eerst de wildernis in, voor hij in het openbaar mag optreden. Zo staat de woestijn voor de leerschool waar een herder eerst doorheen moet voor hij de kudde kan leiden. Veel voorgangers van nu hebben hun studie van destijds ook zo ervaren. Je wordt alleen gelaten met een stapel boeken om je geloof te bevragen. Niets mag nog vanzelfsprekend zijn. Elke vraag wordt met een tegenvraag beantwoord, en elke stelling roept een net zo krachtig weerwoord op. Is er dan niets meer waar? De woestijn leert je inderdaad om te relativeren. Maar het leert je ook waar het ravijn is waar je weg moet blijven, en waar je de oases vindt om op krachten te komen. Vraag uw predikant maar eens wat z’n studie met z’n geloof heeft gedaan, en u krijgt vast een mooi verhaal.
 

Eerst naar de woestijn

Toen ik ging studeren waren er voor het Protestantse deel der kerk nog zes woestijnen om uit te kiezen. Nu is dat er nog maar één: de PThU in Utrecht. Die zit dan wel in het hart van de oecumene met de Theologische Universiteit van de Nederlandse Gereformeerden om de hoek en het Catherijneconvent op loopafstand. Veel studenten kiezen er ook voor een tijdje in het buitenland te studeren. En dan zijn er natuurlijk nog de Hbo-opleidingen van CHE en Windesheim, met wat minder woestijn en wat meer praktische vaardigheden om aan de slag te gaan. Meer kun je lezen op de websites van PThU, Windesheim en CHE. En ken je zelf een leuke dominee? Vraag dan eens of je een dagje mee mag lopen.
 

Pendelen tussen twee kuddes

Steeds meer predikanten en kerkelijk werkers hebben twee of meer gemeentes. En ik denk dat dit er in de toekomst alleen maar meer zullen worden. Hoe pak je dat aan? Is het alleen maar dubbel werk, of kun je ook dingen combineren? En moet je tijd en aandacht precies tussen de gemeentes verdelen, of mag je daar wat soepel in zijn? Er zijn vragen genoeg, en we nodigen elke voorganger met meer dan één gemeente uit om een keer bij elkaar te komen om hierover door te bomen. Aanmelden kan bij ds.
Ferdinand Pierik: f.pierik@hetnet.nl.

Op zoek naar een herder?
Zoals gezegd: het zal steeds vaker zo zijn dat uw gemeentes hun voorganger met elkaar moeten gaan delen. Dat vraagt een stukje coördinatie. Daarom moet uw kerkenraad eerst in gesprek met de classis, voor ze het beroepingswerk kan opstarten. Onze specialisten van het CCBB kijken dan naar uw meerjarenbegroting, om te zien of u voldoende (financiële) draagkracht heeft om zelfstandig een predikant te beroepen. Maar dat is niet alles. Twee mensen van de classis gaan ook met u in gesprek of uw gemeente nu en in de toekomst voldoende bestuurskracht en geestkracht heeft. Met andere woorden: kunt u uw nieuwe voorganger omringen met een stevige kerkenraad om de verantwoordelijkheid mee te delen en met voldoende betrokken en geïnteresseerde gemeenteleden om geïnspireerd te blijven. Want zoals u inspiratie verwacht van uw voorganger, zo verwacht hij of zij dat ook van u. Het is goed om deze vragen te stellen voor u het avontuur van een nieuwe predikant aangaat. Het is helemaal geen schande als u op één van de vragen ‘nee’ moet zeggen: gemeentes zijn er immers om elkaar te helpen en waarschijnlijk kunt u met een partnergemeente wel van start.

Extra ondersteuning

Wanneer u een predikant zoekt is bovenstaande procedure verplicht, maar wanneer u een kerkelijk werker zoekt is er wat dat betreft nog niets geregeld. Formeel staat een gemeente er dan alleen voor. Als classis hebben we daar geen vrede mee, en daarom bieden we ons vacaturegesprek voortaan ook aan voor gemeentes die een kerkelijk werker zoeken.  Er zijn dan zelfs nog wat extra valkuilen te vermijden. Neemt u hiervoor gerust contact op met scriba of classispredikant.
 

Kerkelijk werkers

Vorig jaar was er een geslaagde ontmoeting voor alle kerkelijk werkers in Fryslân. Het ging toen vooral over de positie van kerkelijk werkers in onze kerk. Nu gaat het over één specifiek onderdeel daarvan: het voorgaan in kerkdiensten en dan vooral het preken. Kees van Ekris kan daar veel over vertellen. Hij verwierf bekendheid met zijn boek ‘Dialoog, dans en duel. Preken voor tijdgenoten’ en is sinds november vorig jaar ‘Theoloog des Vaderlands’. Dat belooft een mooie en leerzame ochtend te worden! En na het inhoudelijk deel gaan we voor de ontmoeting samen aan de lunch. Noteer alvast: 9 oktober 2024, van 9.30 tot 13.30 in De Lantearne te Surhuisterveen of meld je aan bij onze scriba: classisfryslan@gmail.com.
 

Als het spannend wordt

Het ging zojuist al even over de wolf. Die kan het leven van een herder best spannend maken. En zo is er nog wel meer wat er op je pad kan komen. Niet voor niets heeft de landelijke predikantendag (21 mei) als thema ‘Als het spannend wordt’. En in het half jaar dat ik nu classispredikant ben, heb ik al verschillende collega’s gesproken die overwegen om te stoppen. Blijkbaar is de gemeente in sommige gevallen meer een verlengstuk van de woestijn dan het beloofde land. Is hier iets gaande?
Jaren geleden is juist met het oog op dit probleem het jaargesprek voor predikanten ingevoerd. Maar ook daarbuiten is het niet verkeerd om eens aan uw voorganger te vragen wat de secularisatie met hem doet, wat de vergrijzing met hem doet en of hij zelf nog houvast vindt in zijn geloof. Er volgt vast een mooi en bemoedigend gesprek.

 

Tot slot

Laat je door dit alles niet ontmoedigen. En laten we vooral ook bescheiden blijven. Zowel herder als kudde leggen de lat nog wel eens te hoog. Denkend en schrijvend over roeping en ambt gaan ‘herder’ en ‘Herder’ snel door elkaar heen lopen. Maar een herder kan uiteindelijk niet meer dan wijzen op de Goede Herder boven. De kudde is van Hem. Als je dat vergeet raakt de kudde op drift en de herder opgebrand. Maar de Kerk is van de Heer. Hij is het die zijn kudde hoedt.

Met hartelijke groet,
ds. Riemer Praamsma, uw classispredikant (06-58013225 | r.praamsma@protestantsekerk.nl)





Huwelijksjubilea
Op 12 mei a.s. hoopt het echtpaar Feije en Annie Holwerda, te Menaam hun 60-jarig huwelijksjubileum te vieren.

Op 13 mei a.s. hoopt het echtpaar Jan en Thea Landstra, te Burdaard, hun 55-jarig huwelijksjubileum te vieren.

  Namens de gemeente van harte gefeliciteerd. Gods Zegen toegewenst!



 

Tankbetsjûgingen

Mei út namme fan Sietze myn hertlike tank foar de oerweldige woldiedige waarmte en meilibjen yn de tiid fan myn ferbliuw yn it sikenhûs en yn de Waadwente yn Dokkum, Jimme úteringen yn kaarten mei blommen en dan dy treastrike wurden, omrâne mei, de hannen gear, hertlik tank, dêrfoar sjitte myn /ús wurden noch tekoart.
De tankbere minsken, Saap en Sietze de Boer



Wy binne tyge yn it sintsje set mei alle felicitaties en kaarten foar ús 60 jierrich houlik
Tige tank derfoar. 
Hielke en Marie Elgersma





Was 2023 het laatste jaar van de survival in Burdaard?

Wij, als bestuur van de survival, hebben jouw hulp nodig bij het organiseren van de survival in 2024.  Hoe ziet een plek in het bestuur eruit: We vergaderen ongeveer 4x per jaar. Van april tot september en na de survival nog een evaluatie. We bedenken een route, zetten activiteiten uit, maken activiteiten en regelen bij de boeren dat we over hun stuk land mogen. We regelen vrijwilligers die op de dag zelf willen helpen. We regelen voor de vrijwilligers een lunchpakket en drinken + lekkers voor alle kinderen die meedoen.

Zonder jouw     hulp, is er  in 2024  geen survival.
Wil je meehelpen of heb je nog vragen?
Neem dan contact op met één van ons. 
Wilma Lindeboom, Wiebe Feenstra, Wietse Halbesma
Zet de datum voor de survival vast in je agenda: zaterdag 21 september.

Dit jaar mag ook groep 5/6 meedoen aan de survival, onder begeleiding van een volwassene (18+)




'=====================================================================================
terug